De gemiddelde leeftijd van de ‘bewoners’ van De Windvang 23-25 in Voorst is sinds kort sterk gedaald. In plaats van verstandelijk beperkte volwassenen tussen 40 en 80 jaar, verblijven hier nu - alleen in het weekend - kinderen en jongeren van 10 tot 23 jaar met ontwikkelings- en gedragsproblemen. Per keer gaat het om maximaal tien jonge cliënten van Zozijn, die twee etmalen te gast zijn in Logeerhuis De Windvang. “We hebben in totaal vier logeergroepen van elk tien kinderen. Zij maken afwisselend gebruik van dit logeerhuis. Op het terrein van Zozijn in Wilp staat ons andere logeerhuis. Hier logeren kinderen die jonger zijn of een intensieve zorgvraag hebben. De beschermende omgeving van het landgoed past hier goed bij”, legt coördinerend pedagogisch ondersteuner Martijn Tibben uit.
Over de doelgroep zegt Martijn: “Ze kunnen heel veel zelf en dat stimuleren we ook. We begeleiden ze zogezegd met de handen op de rug.” Begeleiders voeren regelmatig gesprekken met de ouders en bepalen samen de leerdoelen. Die variëren bijvoorbeeld van zelf leren tandenpoetsen en aankleden tot koken en boodschappen doen. Later hebben zij hier profijt van als ze in een groep (begeleid) gaan wonen. Een enkeling zal het toekomstig geheel zelfstandig redden.
“We wilden liever de wijk in, ook omdat deze kinderen en jongeren dat kunnen”, antwoordt Martijn op de vraag waarom voor een logeerhuis in een dorp is gekozen. In Voorst maken ze echt onderdeel uit van de samenleving. In het dorp ontmoeten zij buren, volwassenen en kinderen, kunnen zij spelen op het grote veld en de mooie speeltoestellen bij openbare basisschool De Wiekslag en iets lekkers halen bij de plaatselijke COOP.
Eigen niveau
Het logeerhuis biedt zowel voordelen voor de jonge ‘gasten’ als voor hun ouders en eventuele broertjes en zusjes. Voor de kinderen en jongeren is het fijn dat ze met leeftijdsgenootjes van hun eigen niveau kunnen spelen en optrekken. Martijn: “Thuis gaat het spelen met buurjongetjes en -meisjes heel lang goed, maar als de ontwikkeling van de ander veel sneller gaat dan wordt dit op een gegeven moment steeds lastiger.”
In deze coronatijd zijn er lange periodes geweest waarin ‘Zozijn-kinderen’ niet naar de Daniël de Brouwerschool in Wilp, de dagbesteding en uit logeren konden. Van hun ouders wordt dan nóg meer gevraagd. Dit vreet energie en gaat ten koste van hun mentale weerbaarheid en de overige gezinsleden. Als hun kind dan een weekend mag logeren, kunnen papa en mama weer bijtanken en aandacht besteden aan broers en zussen.
Op 2 januari logeerde de eerste groep in het nieuwe logeerhuis. Het zijn twee woningen aan elkaar. Aan de ene kant is het eetgedeelte gemaakt en aan de andere kant is alle ruimte om te chillen; denk aan televisiekijken, gamen op een spelcomputer, tekenen en knutselen. Iedereen heeft zijn eigen slaapkamer.
Supersnel gewend
“Het was vooraf best spannend hoe het zou gaan”, zegt Martijn. “Normaal ga je eerst kijken en neem je je papa en mama mee en nodig je ook de buren uit. Door corona kon dit allemaal niet. Vandaar dat we op onze website een filmpje over en foto’s van het logeerhuis hebben geplaatst. Het was verrassend te zien hoe supersnel ze aan het logeerhuis gewend zijn geraakt.”
Op een groep zitten altijd minimaal drie begeleiders en ’s nachts heeft er iemand slaapdienst. In de slaapkamers hangt een microfoon die is verbonden met de Zozijn-centrale. Die kan de slaapdiender oproepen. De logeergasten kunnen in geval van nood zelf een rode alarmknop indrukken.
Martijn ziet veel mogelijkheden om de band tussen het logeerhuis en het dorp te versterken. ”Zo gaan we zeker meedoen aan de verlichte tuinenroute. Ik weet dat De Benring een duofiets heeft, misschien is daar iets samen mee te doen. Onze logees kunnen ook prima aan een oudere uitleggen hoe een iPad of tablet werkt. Verder denk ik aan boodschappen doen voor iemand uit de buurt of de hond uitlaten.”
“Vanuit het logeerhuis helpen we graag anderen en soms kunnen we zelf hulp gebruiken. Zoals bij een rondje wandelen, het vervoeren van de jongeren in onze bus, samen voor de groep koken, knutselen of gewoon bij een spelletje doen. Kunnen wij wat doen, heb je een leuk idee of wil je als vrijwilliger voor Logeerhuis De Windvang aan de slag? Stuur dan een mail naar ”, besluit Martijn.
Door Rudi Hofman